1 Chronicles 6

Maar zij waren ontrouw aan de God van hun voorouders. Zij aanbaden de afgoden van de oorspronkelijke bevolking die God voor hen had gedood. 1Daarom zette de God van Israël de Assyrische koningen Pul en Tiglatpileser aan om het land binnen te vallen en de mannen van Ruben, Gad en Manasse te deporteren. Zij werden meegenomen naar Chalach, Chabor, Hara en de rivier van Gozan, waar zij tot op de dag van vandaag wonen. 2

De nakomelingen van Levi

3Hier volgen de namen van de zonen van Levi: Gersom, Kehat en Merari. 4Kehats zonen waren Amram, Jishar, Chebron en Uzziël. 5Amrams kinderen waren Aäron, Mozes en Mirjam. Aärons zonen waren Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar. 6
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:10.
7
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:10.
8
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:10.
9
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:10.
10
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:10.
11
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:10.
12
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:4-10.
De oudste zonen van de elkaar opvolgende generaties van Aäron waren: Eleazar, de vader van Pinechas, de vader van Abisua, de vader van Bukki, de vader van Uzzi, de vader van Zerachja, de vader van Merajot, de vader van Amarja, de vader van Achitub, de vader van Sadok, de vader van Achimaäs, de vader van Azarja, de vader van Jochanan, de vader van Azarja, die hogepriester was van de tempel in Jeruzalem, die door Salomo was gebouwd.

13
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:15.
14
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:15.
15
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:15.
16
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:15.
17
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:11-15.
Deze Azarja was de vader van Amarja, de vader van Achitub, de vader van Sadok, de vader van Sallum, de vader van Chilkia, de vader van Azarja, de vader van Seraja, de vader van Josadak.

Josadak werd balling, toen de Here het volk van Juda en Jeruzalem gevangen liet nemen door Nebukadnessar.

18Zoals hierboven aangegeven, waren Gersom, Kehat en Merari de zonen van Levi. 19De zonen van Gersom waren Libni en Simi. 20De zonen van Kehat waren Amram, Jishar, Hebron en Uzziël.

21
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:21.
22
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:21.
23
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:19-21.
De zonen van Merari waren Machli en Musi. De families van de Levieten waren als volgt naar hun gezinshoofden verdeeld: in de familie van Gersom: Libni, Jachat, Zimma, Joach, Iddo, Zerach en Jeaterai.
24
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:24.
25
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:24.
26
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:22-24.
In de familie van Kehat: Amminadab, Korach, Assir, Elkana, Ebjasaf, Assir, Tachat, Uriël, Uzzia en Saül.
27
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:27.
28
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:27.
29
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:25-27.
Het gezin van Elkana was verder verdeeld in de volgende gezinnen van zijn zonen Amasai, Achimot, Elkana, Sofai, Nachat, Eliab, Jerocham en Elkana.
30De gezinnen van de familie van Samuël werden geleid door Samuëls zonen: Joël, de oudste, en Abia, de tweede zoon. 31
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:30.
32
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:29-30.
De gezinnen van de familie van Merari werden geleid door zijn zonen Machli, Libni, Simi, Uzza, Sima, Chaggia en Asaja.

33Koning David wees deze mannen als koorleiders aan en liet koren vormen om God in de tabernakel te prijzen, nadat hij daar de ark een plaats had gegeven. 34Totdat Salomo de tempel in Jeruzalem had gebouwd, gingen zij daar door met het leiden van de samenzang.

35
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:38.
36
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:38.
37
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:38.
38
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:38.
39
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:38.
40
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:33-38.
Hier volgen de namen van de nakomelingen van de koorleiders: de zanger Heman kwam uit de familie van Kehat en zijn geslachtsregister ging terug via de volgende personen: Joël, Samuël, Elkana, Jerocham, Eliël, Toach, Suf, Elkana, Machat, Amassai, Elkana, Joël, Azarja, Zefanja, Tachat, Assir, Ebjasaf, Korach, Jishar, Kehat, Levi en Israël.
41
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:43.
42
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:43.
43
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:43.
44
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:43.
45
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:39-43.
Hemans helper was Asaf, wiens stamboom terugging via Berechja, Sima, Michaël, Baäseja, Malkia, Etni, Zerach, Adaja, Etan, Zimma, Simi, Jachat, Gersom en Levi.
46
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:47.
47
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:47.
48
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:47.
49
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:44-47.
Hemans tweede helper was Etan, een lid van de familie van Merari, die aan zijn linkerhand stond. Etans stamboom liep terug via Kisi, Abdi, Malluch, Chasabja, Amasja, Chilkia, Amsi, Bani, Semer, Machli, Musi, Merari en Levi.

50Hun familieleden, alle andere Levieten, waren belast met allerlei andere taken in de tabernakel. 51Maar alleen Aäron en zijn nakomelingen waren priesters. Tot hun taken behoorde het offeren van brandoffers en reukwerk, alle werkzaamheden die te maken hadden met het binnenste heiligdom, het Heilige der Heiligen, voor de verzoening van Israël met de Here. Zij zorgden ervoor dat alle aanwijzingen die Gods dienaar Mozes had gegeven, werden opgevolgd.

52
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:53.
53
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:53.
54
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:53.
55
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:50-53.
De nakomelingen van Aäron waren Eleazar, Pinechas, Abisua, Bukki, Uzzi, Zerachja, Merajot, Amarja, Achitub, Sadok en Achimaäs.
56Door middel van het lot werden aan de nakomelingen van Aäron die deel uitmaakten van de familie van Kehat, 57de vrijstad Hebron in Juda met de weidegronden eromheen toegewezen. 58
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:57.
59
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:56-57.
Maar de velden en omringende dorpen werden aan Kaleb, de zoon van Jefunne, gegeven.
60
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:59.
61
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:58-59.
De nakomelingen van Aäron kregen ook de volgende steden met weidegronden eromheen: Libna, Jattir, Estemoa, Chilez, Debir, Asan en Bet-Semes.
62Dertien andere steden met het omringende grasland, inclusief Geba, Alemet en Anatot, werden door de stam van Benjamin aan de priesters toegewezen. 63Daarna werd er geloot om de verdeling van het land van de overgebleven nakomelingen van de familie van Kehat te regelen en zij kregen tien steden in het gebied van de stam van Manasse.

64De gezinnen van de familie van Gersom kregen door middel van het lot dertien steden in het gebied van Basan van de stammen Issachar, Aser, Naftali en Manasse. 65De gezinnen van de Merarifamilie kregen op diezelfde manier twaalf steden van de stammen Ruben, Gad en Zebulon. 66
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:65.
67
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:64-65.
Ook de stammen Juda, Simeon en Benjamin stelden op deze manier door middel van het lot steden beschikbaar aan de Levieten. De namen van deze steden werden daarbij hardop genoemd.

68
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:69.
69
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:69.
70
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:69.
71
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:66-69.
De stam van Efraïm gaf de volgende vrijsteden met het omringende grasland aan de overgebleven gezinnen van de Kehatfamilie: Sichem, de vrijstad in het gebergte Efraïm, Gezer, Jokmeam, Bet-Choron, Ajjalon en Gat-Rimmon.
72De volgende vrijsteden met het omringende grasland kwamen in handen van de gezinnen van de Kehatieten uit het bezit van de stam van Manasse: Aner en Bileam.

73De vrijsteden met het omringende grasland die de stam van Manasse aan de gezinnen van de Gersom-familie gaf, waren: de vrijstad Golan in Basan en Astarot. 74De stam van Issachar gaf hun Kedes, Daberat, 75Ramot en Anem, met uiteraard de omringende weidegronden. 76De stam van Aser gaf hun Masal, Abdon, 77Chukok en Rechob, weer met het omringende grasland. 78De stam van Naftali gaf hun Kedes in Galilea, Chammon en Kirjataïm met het bijbehorende grasland. 79Van de stam van Zebulon kregen zij de steden Rimmono en Tabor. 80
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 6:79.
81
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 6:78-79.
Aan de overkant van de Jordaan, tegenover Jericho, gaf de stam van Ruben hun Beser, een woestijnstad, Jahas, Kedemot en Mefaät, met de daarbij behorende weidegronden.
Copyright information for NldHTB